Dingen voelen of horen die andere
mensen niet voelen of horen.
Verstoring van
de zintuiglijke waarneming. Cliënt ziet, voelt,
hoort, ruikt, smaakt dingen die anderen niet
waarnemen.
Hoe bevragen : Aan cliënt volgende vragen stellen :
“Hoort u,
ziet u of voelt u (, ruikt u of smaakt u) wel eens
dingen die er misschien niet echt zijn? Hoort u,
ziet u of voelt u (ruikt u of smaakt u) wel eens
dingen die andere mensen niet lijken, te horen, zien
of voelen (ruiken, smaken)?”